Er waren veel geplande activiteiten waar de leerlingen dingen bijleerden (bv. geschiedeniswandeling, uitleg bij het hoogteparcours of klimmen,...). Er waren geplande lesmomenten (bv. hoe schrijf ik een brief) waar de leerlingen informatie konden verwerken. En er waren ook spontane leermomenten (bv. opdracht in Durbuy) waar de leerlingen onbewust nieuwe informatie gingen verwerken.
Leerplandoelen van de geplande lesmomenten: (VVKBaO)
Nederlands: Schrijven - Hoe schrijf ik een brief:
- Schr.1.3: De componenten van het schriftelijk communicatieproces ervaren en beseffen, daarbij kan onder meer aan de orde
komen: de zender, het wat, het waarover van de boodschap
- Schr.1.1: Belang en functie van visuele boodschappen ervaren en beseffen de begripsvormende functie communicatieve en
expressieve
- Schr.1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met
anderen over te spreken openstaan voor hulp, hulp durven vragen , kritiek aanvaarden, eigen producten door anderen laten
bekijken en lezen.
Beweging: Sport en spel:
- MC 1.1: De lln selecteren de belangrijkste zintuiglijke impulsen in een bewegingscontext om een adequaat bewegingsantwoord
te selecteren: Snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen; afstanden inschatten ten opzichte van objecten
onderling en ten opzichte van zichzelf en anderen, diepte- en breedtezicht.
- MC 3.3: De lln gaan efficiënt om met duur, tempo en tijdsvolgorde, metrum en ritme: Het eigen bewegingstempo aanpassen
aan de situatie; de eigen beweging doelgericht onderbreken en laten volgen door een andere
- MC 6.11: De leerlingen spelen een voorwerp weg om dat zo precies mogelijk in of tegen een doel te krijgen, gericht te werpen of
te mikken
- MC 6.13: De leerlingen vangen of amortiseren een voorwerp dat gericht aangespeeld wordt door een medespeler of tegenspeler
en dit zonder of met (slag)materiaal.
- MC 6.19: De leerlingen proberen in het spel te blijven door de leerlingen die hen willen uitmaken, te ontwijken, te passeren of
door tijdig van hen weg te lopen (tikspelen)
- WO 0.5: Kinderen werken samen
Spontane leermomenten (VVKBaO)
- WO 1.3.5: De leerlingen kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor het
samenleven in een groep.
- WO 2.1.3: De leerlingen kunnen spontaan anderen helpen.
- WO 2.1.4: De leerlingen tonen in een eenvoudige conflictsituatie in de omgang met leeftijdsgenoten de bereidheid om te
zoeken naar geweldloze oplossingen.
- WO 2.3.1: De leerlingen wachten hun beurt af.
- WO 2.3.3: De leerlingen kunnen zorg dragen voor de netheid van de lokalen, voorzieningen en het materiaal van anderen.
- WO 2.3.6: De leerlingen gaan op een spontane en respectvolle wijze om met leeftijdsgenoten.
- WO 2.5.5: De leerlingen kunnen de verantwoordelijkheid van een groepstaak op zich nemen.
- WO 2.6.3: De leerlingen kunnen een beperkt aantal regels en afspraken nakomen.
- WO 2.12.2: De leerlingen tonen een openheid om met iedereen samen te werken en samen te spelen.
- WO 7.24: De leerlingen nemen goede gewoonten aan inzake dagelijkse hygiëne.
- WO 7.25: De leerlingen herkennen en verwoorden onveilig gedrag van zichzelf en van anderen.
- WO 7.28: De leerlingen hebben inzicht in de oorzaken en gevolgen van te weinig nachtrust.
Nederlands: Schrijven - Hoe schrijf ik een brief:
- Schr.1.3: De componenten van het schriftelijk communicatieproces ervaren en beseffen, daarbij kan onder meer aan de orde
komen: de zender, het wat, het waarover van de boodschap
- Schr.1.1: Belang en functie van visuele boodschappen ervaren en beseffen de begripsvormende functie communicatieve en
expressieve
- Schr.1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met
anderen over te spreken openstaan voor hulp, hulp durven vragen , kritiek aanvaarden, eigen producten door anderen laten
bekijken en lezen.
Beweging: Sport en spel:
- MC 1.1: De lln selecteren de belangrijkste zintuiglijke impulsen in een bewegingscontext om een adequaat bewegingsantwoord
te selecteren: Snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen; afstanden inschatten ten opzichte van objecten
onderling en ten opzichte van zichzelf en anderen, diepte- en breedtezicht.
- MC 3.3: De lln gaan efficiënt om met duur, tempo en tijdsvolgorde, metrum en ritme: Het eigen bewegingstempo aanpassen
aan de situatie; de eigen beweging doelgericht onderbreken en laten volgen door een andere
- MC 6.11: De leerlingen spelen een voorwerp weg om dat zo precies mogelijk in of tegen een doel te krijgen, gericht te werpen of
te mikken
- MC 6.13: De leerlingen vangen of amortiseren een voorwerp dat gericht aangespeeld wordt door een medespeler of tegenspeler
en dit zonder of met (slag)materiaal.
- MC 6.19: De leerlingen proberen in het spel te blijven door de leerlingen die hen willen uitmaken, te ontwijken, te passeren of
door tijdig van hen weg te lopen (tikspelen)
- WO 0.5: Kinderen werken samen
Spontane leermomenten (VVKBaO)
- WO 1.3.5: De leerlingen kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor het
samenleven in een groep.
- WO 2.1.3: De leerlingen kunnen spontaan anderen helpen.
- WO 2.1.4: De leerlingen tonen in een eenvoudige conflictsituatie in de omgang met leeftijdsgenoten de bereidheid om te
zoeken naar geweldloze oplossingen.
- WO 2.3.1: De leerlingen wachten hun beurt af.
- WO 2.3.3: De leerlingen kunnen zorg dragen voor de netheid van de lokalen, voorzieningen en het materiaal van anderen.
- WO 2.3.6: De leerlingen gaan op een spontane en respectvolle wijze om met leeftijdsgenoten.
- WO 2.5.5: De leerlingen kunnen de verantwoordelijkheid van een groepstaak op zich nemen.
- WO 2.6.3: De leerlingen kunnen een beperkt aantal regels en afspraken nakomen.
- WO 2.12.2: De leerlingen tonen een openheid om met iedereen samen te werken en samen te spelen.
- WO 7.24: De leerlingen nemen goede gewoonten aan inzake dagelijkse hygiëne.
- WO 7.25: De leerlingen herkennen en verwoorden onveilig gedrag van zichzelf en van anderen.
- WO 7.28: De leerlingen hebben inzicht in de oorzaken en gevolgen van te weinig nachtrust.